Het kralensnoer
“Aloha!” Deze Hawaïaanse begroeting zit vol naastenliefde, mededogen en het rijke Hawaï-gevoel dat ook kenmerkend is voor de Porsche Club op Big Island. Iemand die deze spirit op een bijzondere wijze belichaamt is de president zelf: Gunner Mench.
“Voor de Stille Oceaan zijn wij niet meer dan een drempel, een ‘speed bump’”, zegt Gunner Mench, terwijl hij uitkijkt over de oneindige weidsheid van de hard aanrollende oceaan. “Als hij dat wil, overspoelt hij ons.” Overstromingen en tsunami’s, maar ook aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en vuur – op Hawaï kun je alles verwachten. Zoals in de zomer van 2023, toen hevige natuurbranden hele steden in de as legden. Gunner Mench kent het natuurgeweld op deze als een kralensnoer aaneengeregen eilanden zeer goed. Hij woont al drie decennia op Big Island, veruit het grootste eiland van de 50e deelstaat van de VS.
Zo innig als de 70-jarige van zijn gekozen thuis houdt, houdt hij ook van het merk Porsche. Beide passies heeft hij overgenomen van zijn vader. In 2018 heeft hij ze samengebracht door de Porsche Club op Big Island op te richten. De exacte naam: Big Island Hawaii Porsche Club of America (PCA). Als 144e chapter van de PCA – de grootste Porsche Club ter wereld – telt de community op het jongste stuk land van de Hawaïaanse eilandengroep vijf jaar later al 170 leden.
“Big Island is een miniatuurcontinent. We hebben hier bijna alle klimaatzones van de wereld, meer dan in Australië.” Gunner Mench
Tijd voor de maandelijkse rit van de club. Als een bont kralensnoer slingeren de sportwagens over de Waiki’i Ranch Road. De smalle weg ligt in het wisselende landschap alsof hij uit een tube is geknepen. Hier in het noorden domineert het weideland van de Parker Ranch. Met daartussen kleurrijke dorpjes in westernstijl. Mench rijdt voorop. De clubpresident bestuurt zijn 17 jaar oude Cayenne S – de ‘berggeit’ heeft 350.000 kilometer op de teller en is vandaag volgepakt met water en snacks. Achteraan bewaakt vicepresident dr. Mark Senft het konvooi in zijn 928. Ertussenin een vrolijk gezelschap, bijvoorbeeld Michelle Fleischer met haar 911 Carrera S Cabriolet (991). De systeemingenieur uit Chicago bleef tijdens de lockdown ten tijde van de coronapandemie hangen op Big Island. Nu wil ze het eiland niet meer verlaten en werkt ze thuis. Bill Hughes kwam in 2004 met zijn goudkleurige 928 uit Californië: “Bouwjaar 1980, V8-motor en al 27 jaar in mijn bezit”, vertelt hij trots. Jeff Tanabe is een geboren en getogen Hawaïaan. Zijn 356 Coupé moest hij ooit verkopen, decennia later kocht hij hem voor een veelvoud terug. Bestuursvoorzitter Rémy Striebig nam zijn Porsche-liefde mee uit zijn vaderland Frankrijk, waar hij in 2016 ook aan de 24 uur van Le Mans deelnam.
Tegenwoordig runt hij op het noordelijkste puntje van het eiland samen met zijn vrouw Shawna een biologische boerderij voor macadamianoten en vruchten. Iedereen heeft zo zijn eigen verhalen als bagage – over Porsche en het eilandleven.
Met circa 10.430 vierkante kilometer is Big Island groter dan alle andere Hawaïaanse eilanden samen. Rond 750 landden hier de eerste Polynesische settlers. Ze doopten het eiland Hawai’i – ‘thuisland’ in hun taal. Vanaf hier vertrok in 1789 de nog steeds vereerde Kamehameha I om van de eilanden zijn koninkrijk te maken. Hier verheffen zich ook de twee giganten Mauna Kea en Mauna Loa. De ene is, gemeten vanaf de voet onder zeeniveau, met 10.203 meter de hoogste berg ter wereld. 4.205 meter steekt hij boven de zee uit. Zijn buurman Mauna Loa doet met 4.169 meter nauwelijks voor hem onder.
Tussen deze twee superlatieven zijn we aangekomen op de parkeerplaats van het Mauna Kea Park. Pele, de legendarische vulkaangodin, toont zich van haar milde kant en biedt ons een blik op besneeuwde toppen. Dichte mist en stortregens zijn nu niet direct het eerste waaraan je bij Hawaï denkt. Maar over tot de orde van de dag. Hilo, de eilandhoofdstad in het oosten, is de meest regenrijke stad van de VS. Meer naar het noorden aan dezelfde kust kun je wandelen naar watervallen in de jungle.
In het zuidelijk gelegen Volcanoes National Park is het landschap totaal anders: hier lopen paden door eindeloze, woestijnachtige lavavelden. Tussen kilometersbrede kraters stijgt zwavel- en waterdamp op. Het getuigt van de gevaarlijke, sluimerende hitte in de ondergrond. Er zijn stranden in verschillende kleuren: hagelwitte als Hapuna en Kaunaoa Beach in het droge noordwesten, maar ook zwarte en zelfs een groene langs de zuidkaap. “Big Island is een miniatuurcontinent”, vat Mench samen. “We hebben hier bijna alle klimaatzones van de wereld, meer dan in Australië!” Alleen de twee extremen ontbreken: gletsjers en woestijnen.
Geïsoleerd door duizenden kilometers oceaan leefden de mensen hier eeuwenlang zelfvoorzienend. Gevoed door de zee, vruchtbare grond en door een diepe spiritualiteit die nu nog steeds voelbaar is. Bijvoorbeeld bij de hula – de rituele Hawaïaanse dans – in dialoog met de oude goden.
Of op de heilige plekken waar contact wordt gezocht met de voorouders, in tempels en gebedshuizen van diverse geloofsovertuigingen. De vele christelijke kerken zijn het erfgoed van de missionarissen die rond 1820 vanuit Noord-Amerika kwamen en de bevolking alfabetiseerden. “Wij leven in een smeltkroes van verschillende culturen, etniciteiten en talen”, licht Mench toe. Als we de Church Row in zijn woonplaats bezoeken, ook bekend onder de naam Kamuela, begint hij plotseling een lied te zingen – de christelijke geloofsbelijdenis, melodieus voorgedragen in het Hawaïaans. “Zo zingen we dat in mijn gemeente. Ooit heb ik ook muziek gemaakt.” Hij vertelt over zijn grootste optreden, een folkfestival in 1972 – alleen hij en zijn gitaar voor 4.000 toeschouwers. “Ik heb vele levens”, voegt hij er grinnikend aan toe. Hij nodigt ons thuis uit om nog meer te vertellen.
Een houten huis met een veranda, al 40 jaar lang door weer en wind geteisterd. In de tuin groeien bananen, avocado’s, ananassen, sinaasappels en guaves. De kippen, die overal op Hawaï rondlopen, zorgen elke dag voor verse eieren. Zelfvoorziening staat hier nog hoog in het vaandel, want het leven op het eiland is duur. Voor het onderhoud van de voortuin zijn twee pony’s verantwoordelijk, die rond het chassis van een nog nauwelijks te redden 914 grazen. Daarachter staat een opgekrikte 944 Turbo op een motor. Langs de stoep staat rijklaar de crèmewitte 944 van Menchs vrouw Elli, een verjaardagscadeau van haar man. De Cayenne daarachter, eerste generatie uit 2005, is even uit de running. “Ons huis is ruim 90 vierkante meter groot”, aldus Mench. “Voor ons voldoende. De garage is tien vierkante meter groter en niet groot genoeg.”
Ogen naar links: voor een afgedekte 928 S4 staat zijn 356 B 1600 Super, bouwjaar 1963. “Daarmee was ik vier keer op de top van de Mauna Kea”, vertelt Mench. “Nu mag je helaas alleen nog met vierwielaandrijving naar de observatoria.” Dat begrijpen we volkomen. Zelfs met een moderne SUV is de onverharde weg vanaf 3.000 meter hoogte een uitdaging. Op die hoogte ligt het Visitor Center, waar je al aanmerkelijk moeilijker kunt ademhalen. Rangers letten erop dat je voor de laatste 1.200 hoogtemeters minimaal een half uur lang acclimatiseert. Op de terugweg controleren ze de temperatuur van de remschijven. Hartelijk, empathisch, geduldig – typisch voor ontmoetingen in de ‘aloha’-staat.
Ogen naar rechts: vier 911’s in een garagebox. “Van deze 911 SC Targa uit 1980 is er maar een in deze kleur groen”, vertelt de gastheer. “De kleur was de wens van de eerste eigenaar, een zakenman uit Miami.” Op de hefbrug zweeft een 911 Coupé (G-serie, bouwjaar 1974), daarnaast staat de twee jaar jongere 912 E – een van 2.099 exemplaren met een 914-motor die voor de Amerikaanse markt werden geproduceerd. Verder een rode 911 Turbo Cabriolet uit 1989 – een van 540 in de VS-uitvoering. “Maar het enige wat je in het leven ooit kunt bezitten, zijn ervaringen”, benadrukt Mench. Hij pakt een lijst van de muur. Daarin zit een verbleekte postkaart aan hem en zijn broer: “Günther en Charlie – groeten ome Ferry Porsche”. Een klein kaartje – waarachter een groot verhaal schuilgaat.
Gunner werd in 1954 in het Duitse Würzburg geboren als Günther Franz Mench. In 1955 emigreerde het gezin naar Ridgefield in de Amerikaanse staat Connecticut. In het “fatherland”, zoals Gunner Mench de heimat van Porsche noemt, was zijn vader Georg Mench een journalist en fotograaf van formaat. Hij kende Ferdinand en Ferry Porsche goed, legde begin jaren 50 de opening van de fabriek in Zuffenhausen vast en verzon een nieuwe marketingtool: ansichtkaarten met sportwagens in de VS erop.
“Elke afbeelding vertelt een verhaal en straalt een begerenswaardige lifestyle uit”, vertelt Mench enthousiast, terwijl hij door de 72 bewaarde kaarten bladert. “Mijn vader mocht het logo van Porsche gebruiken en verkocht de kaarten aan de dealers. Die gaven ze aan hun klanten die ze op hun beurt verstuurden.” Een van de afbeeldingen kwam in 1961 op de cover van Christophorus terecht.
Mench senior onderhield een indrukwekkend netwerk. In Connecticut nam Gunner het tempo van zijn vader over. Als topzakenman vloog hij kriskras door de VS. “300.000 mijl aan korte vluchten in zes jaar tijd. Instappen, gordel omdoen, in slaap vallen”, herinnert hij zich zijn tijd in maatpak.
In 1990, hij was toen 36 jaar, bezocht hij zijn vader die toen al op Big Island woonde en in die tijd nog een keer trouwde. “Het plattelandsleven herinnerde me aan mijn kindertijd in New England”, vertelt Mench, “maar hier vond ik ook stranden en alles waarvan ik had gedroomd.” Hij bleef, rondde de opleiding tot automonteur af met het certificaat van de ASE (National Institute for Automotive Service Excellence), werd manager van een Italiaans restaurant en kreeg ook plezier in het runnen van een kunstgalerie die hij in 2004 overnam. In de Harbor Gallery in Waimea – slechts 25 kilometer, maar meerdere klimaatzones verwijderd van zijn huis in de bergen – ondersteunen zijn vrouw en hij circa 150 regionale kunstenaars.
De galerie is 365 dagen per jaar geopend – behalve op kerstavond. Of tijdens een lockdown. Toen de pandemie de wereld tot stilstand bracht, maakte Mench op de radio reclame voor zijn galerie. Toen op 27 november 2022 de Mauna Loa na bijna 40 jaar weer uitbarstte, stapte hij in zijn Cayenne, plaatste hij de eerste beelden daarvan op internet en groeide hij al snel uit tot een gewilde interviewgast.
Wat Mench fascineert aan Porsche, mondde uit in de oprichting van de club op Big Island en in het motto daarvan: “It’s not just the cars, it’s the people” – het gaat niet alleen om de auto’s, het gaat om de mensen. Op een relatief weerloze drempel midden in de Stille Oceaan zijn ontmoetingen en vriendschappen existentieel. Een ervaring die ook wij mochten opdoen tijdens de maandelijkse meet-up van de club. Die spirit zit in ‘aloha’, waarmee de clubleden vandaag afscheid van elkaar nemen.