Grande dame

De eerste serie-911 met turbomotor was in 1974 bedoeld als een verjaardagscadeau voor de first lady van de familie Porsche en Piëch. Behalve van snelle auto’s hield Louise Piëch van de jacht en de schilderkunst – en ze was een zeer succesvol ondernemer.

   

Het verjaardagscadeau is een waar unicaat, een uniek model. De jarige is overigens ook een unieke persoonlijkheid. Voor haar 70e verjaardag op 29 augustus 1974 geeft Ferry Porsche zijn zus Louise Piëch een bijzonder prototype uit het ontwikkelingscentrum in Weissach cadeau: het is de 911 Turbo ‘Nr. 1’, de eerste ‘Elfer’ voor de openbare weg met turbolader, een technisch meesterwerk. Een kenmerkend stilistisch detail van de latere serie ontbreekt hier nog: de extra brede spatborden. De eerste 911 Turbo heeft een slanke carrosserie. Op de achterzijde zit al wel de fraaie vleugel met rubberen omlijsting, die later in het Engels de bijnaam whale tail (walvis-staart) krijgt. Het hoogtepunt van deze 911 is een drukgevulde 2,7 liter-motor met een vermogen van 177 kW (240 pk). Als seriemodel zal de 930, zo luidt de officiële typeaanduiding, met 3,0 liter en 191 kW (260 pk) op de markt komen. Het is op dat moment de snelste Duitse seriesportwagen.

Op de foto’s van het verjaardagsfeest aan de Wörthersee kun je zien hoe blij Louise Piëch met dit exclusieve cadeau is. Haar enthousiasme voor sportwagens – inclusief haar rijstijl – is legendarisch. “Ik rijd graag heel hard, en dat geeft me veel plezier”, bekende ze ooit. “Ze hield er niet van als er iemand voor haar reed”, herinnert haar oudste zoon Ernst zich, “ze was niet graag tweede.”

Geen verrassing als je bedenkt in welke familie ze geboren werd. Als eerste kind van Aloisia en Ferdinand Porsche wordt Louise in 1904 in Wenen geboren. Vijf jaar later, in 1909, volgt haar broer Ferdinand, kortweg ‘Ferry’. Hun vader is in die tijd al een bekende automobielbouwer bij Austro-Daimler. Hij houdt van snelle en lichte sportwagens waarin hij zelf graag tijdens races achter het stuur zit. Met veel succes. Hij wint bijvoorbeeld in 1910 de beroemde race ‘Prinz-Heinrich-Fahrt’ die meer dan 2.000 kilometer door Duitsland loopt. Tijdens de ereronde zit zijn dochter naast hem. De Austro-Daimler AD 35 ‘Louise Wagen’ uit 1914 is naar haar vernoemd. Voor haar 16e verjaardag krijgt ze een van de open toerwagens cadeau. Ze kan allang autorijden. “In het huis van onze grootvader draaide alles om auto’s”, legt Ernst Piëch uit, “en ook zij was erdoor gefascineerd.”

Een verjaardagscadeau:

Een verjaardagscadeau:

Louise Piëch en haar Turbo. Op het dashboardkastje liet haar broer Ferry Porsche een schildje aanbrengen. Daarop staan de initialen LP en het opschrift ‘Turbo-Porsche No. 1, Stuttgart-Zuffenhausen, 29. Aug. 1974’.

Als vader Ferdinand naar Daimler-Motoren-Gesellschaft overstapt, duikt de naam Louise Porsche zelfs in de motorsport op. In de Mercedes-compressorwagen neemt ze het op tegen gevestigde concurrenten, onder andere bij de ‘Süddeutsche Tourenfahrt’ en de ‘AvD-Kartellfahrt’ in 1927. Ook tijdens lokale bergraces kan de moedige amateur goed meekomen. En dat in een tijd waarin een ‘dame achter het stuur’ (aldus het vakblad ‘Motor und Sport’ uit 1927) wordt gezien als een exotische verschijning. De baret is het modieuze accessoire voor de modebewuste sportieve rijder.

Broer en zus:

Broer en zus:

Louise, geboren in 1904, en broer Ferdinand, geboren in 1909, kortweg ‘Ferry’. De foto stamt uit 1915.

Maar snelheid is niet alles voor de jonge Louise Porsche. Tijdens een studie in Wenen verdiept ze zich in haar passie voor de schilderkunst. Ze aquarelleert graag landschappen. Uit haar kunst put ze rust en kracht. Tot op hoge leeftijd blijft ze schilderen. “Ze verveelde zich nooit, van jongs af aan leidde ze een actief en druk leven”, herinnert haar jongste zoon Hans Michel zich. “In de schilderkunst vond ze gemoedsrust.”

Haar amateurcarrière als coureur eindigt als Louise in 1928 met de Weense advocaat Anton Piëch trouwt. Hij wordt de belangrijkste juridische adviseur van zijn schoonvader. Het jonge paar blijft in Wenen, waar ze een huis betrekken op de Hietzinger Küniglberg, niet ver bij het prachtige Schloss Schönbrunn vandaan. In 1929 wordt hun zoon Ernst geboren, daarna volgen Louise (1932), Ferdinand (1937) en Hans Michel (1942). “Ook als getrouwde vrouw onderhield ze de zeer sterke band met haar vader”, zegt Ernst Piëch. “De twee begrepen elkaar uitstekend, en daarom wist ze altijd precies wat er in Stuttgart speelde.”

Louise Piëch beperkt zich nooit tot de in die tijd traditionele rol van huisvrouw. Ze heeft vier kinderen, is een getalenteerd kunstschilder, een gepassioneerd jager – en ze is, net als haar broer Ferry, al vroeg betrokken bij de werkzaamheden van haar vader. Vooral nadat Ferdinand Porsche in 1931 samen met Anton Piëch en Adolf Rosenberger zijn constructiebureau heeft opgericht om met een hecht team ontwikkelingsopdrachten aan te nemen. “Ze wilde al op jonge leeftijd een bijdrage leveren aan het behoud van alles wat mijn grootvader had opgebouwd”, licht Hans Michel Piëch toe. “In haar jonge jaren beschouwde ze dat al als een taak van haar generatie.” 

Louise Piëch zei daar achteraf eens over: “Ik was altijd zeer geïnteresseerd in het werk van mijn vader, maar ik was nooit van plan om ondernemer te worden.”

Familiefoto van de bruiloft:

Familiefoto van de bruiloft:

Louise Porsche en Anton Piëch trouwen op 28 juni 1928. Links zitten de ouders van de bruidegom, Hermine en Anton Paul Piëch, rechts zitten Aloisia en Ferdinand Porsche. Ferry Porsche kijkt tussen het bruidspaar door.

Maar het liep anders. Haar deskundigheid, in combinatie met haar zakeninstinct en mensenkennis, blijkt een geschenk uit de hemel te zijn voor de nieuwe start na de Tweede Wereldoorlog. Voor de zekerheid was het constructiebureau al in 1944 van Stuttgart naar Gmünd in het Oostenrijkse Karinthië verplaatst. “Mijn vader had de locatie uitgezocht”, vertelde ze later, “want hij was immers een Oostenrijker.” Bovendien is het landgoed, een oude boerderij in het circa 125 kilometer verderop gelegen Zell am See, al sinds 1941 de thuisbasis van de familie Porsche en Piëch en andere familieleden. Tegen het einde van de oorlog leven er meerdere generaties onder één dak. “Een drukke bedoening, want soms waren we met meer dan 30 kinderen en volwassenen”, vertelt Ernst Piëch, “en mijn moeder heeft dat, zoals je nu zou zeggen, autonoom gemanaged.”

In de sobere naoorlogse periode is Louise Piëch verantwoordelijk voor haar eigen vier kinderen en de vier zonen van haar broer, voor een landgoed en het constructiebureau. Haar vader, echtgenoot en broer worden door de Fransen gevangen gehouden. Samen met hoofdingenieur Karl Rabe start ze het bedrijf in de voormalige zaagfabriek Gmünd weer op met het oude Porsche-team. Met hulp van ervaren medewerkers weet ze met veel moeite de kleine fabriek draaiende te houden met kleine reparatieopdrachten, de productie van lieren en tractoren in kleine series. Sportwagens blijven voorlopig een droom. Ook na de terugkeer van haar broer Ferry.

Gmünd is een tweede fabriek van de nog altijd bestaande Porsche KG. Met de oprichting van Porsche Konstruktionen GesmbH in Gmünd wagen zus en broer Louise en Ferry in het voorjaar van 1947 een volgende stap om het levenswerk van hun vader en de toekomst van de ondernemersfamilie veilig te stellen. Opdrachten zijn van levensbelang. Nu komen de jarenlange connecties van de 43-jarige Louise van pas: Karl ‘Carlo’ Abarth neemt contact met haar op. Hij is de echtgenoot van de voormalige secretaresse van Anton Piëch, die hem aan het begin van de oorlog naar Joegoslavië had helpen vluchten. Via Abarth, die inmiddels in Italië woont, komt de familie Porsche en Piëch in contact met Piero Dusio.

Een rijke kinderschare:

Een rijke kinderschare:

De grootouders Porsche met hun kleinkinderen Ernst en Louise Piëch (v.l., bovenste rij) en zittend Ferdinand Piëch, Gerd en F.A. Porsche.
Hans Michel Piëch (voor), broer Ferdinand en een neef (achter). In de 356/2 Coupé zit Ferry Porsche.
“Haar succesverhaal was voor ons kinderen altijd een voorbeeld.” Hans Michel Piëch

De welgestelde industrieel bestelt voor zijn sportwagenmerk Cisitalia onder andere een grand-prixwagen. “Een technisch meesterwerk, een van de interessantste grand-prixwagens ter wereld”, vertelde Louise Piëch jaren later nog steeds en-thousiast. Het type 360 rijdt weliswaar nooit races, maar redt wel het jonge bedrijf. “Ten eerste hielden we met Dusio’s opdrachten Gmünd draaiende”, herinnerde Louise Piëch zich later, “en verder konden we daarmee de borgsom bij elkaar krijgen om mijn vader en mijn man vrij te krijgen uit hun gevangenschap in Frankrijk.” Wanneer Ferdinand Porsche op bijna 72-jarige leeftijd naar Oostenrijk terugkeert, laat zijn zoon Ferry, die al eerder uit gevangenschap was teruggekeerd, hem de designs voor het type 360 zien. “Ik vroeg hem wat hij van ons werk vond”, beschreef Ferry Porsche ooit. “‘Ik zou het net zo hebben aangepakt als jij’, zei mijn vader en sloeg me op mijn schouder.” De ridderslag.

Bemoedigd maakt Ferry Porsche een lang gekoesterde droom waar. Op basis van de Volkswagen ontstaat in 1948 de eerste sportwagen met de naam Porsche – de 356 ‘Nr. 1’ Roadster. Een andere meesterlijke zet van de familiale samenwerking is de totstandkoming van een overeenkomst met Volkswagen. Die omvat onder andere de toestemming om Volkswagen-onderdelen te gebruiken in Porsche-sportwagens, een licentievergoeding voor elke gebouwde Volkswagen en de exclusieve status van Volkswagen-hoofdimporteur voor Oostenrijk.

Vanaf 1948 ontstaan in Gmünd in een hele kleine serie de eerste sportwagens type 356 met motor achterin onder leiding van Ferry Porsche. Op de Autosalon van Genève worden ze in 1949 voor het eerst gepresenteerd door Louise Piëch en Ferry Porsche. Met de eerste 14 Volkswagen-personenauto’s start in Salzburg het importbedrijf onder leiding van Louise en Anton Piëch. Een jaar later verhuist Ferry Porsche met de sportwagenproductie naar Stuttgart, terwijl Louise en haar man in Oostenrijk blijven om de verkooporganisatie op te bouwen. Broer en zus houden allebei aandelen in beide bedrijven.

Midden in deze periode van voorspoed krijgt de familie twee tegenslagen te verduren. Op 30 januari 1951 sterft Ferdinand Porsche op 75-jarige leeftijd. Ongeveer anderhalf jaar later overlijdt op 57-jarige leeftijd ook volkomen onverwacht Anton Piëch, Louises echtgenoot. Ze is dan 48 en komt in de directie van het Salzburger bedrijf. “Zonder te aarzelen heeft mijn moeder die taak op zich genomen”, zegt Hans Michel Piëch. “Ze heeft altijd het initiatief genomen als dat nodig was.” Daarin kwam niet alleen haar plichtsbesef tot uiting, maar ook haar positieve instelling. Ernst Piëch vult aan: “Ik vond haar altijd optimistisch ondanks alle tegenslagen.” Volgens hem hebben haar houding en verantwoordelijke omgang met de medewerkers de bedrijfscultuur bepaald.

Dankzij de grote zorgvuldigheid en het zakeninstinct van ‘Frau Kommerzialrat’, zoals ze wordt genoemd, groeit Porsche Salzburg binnen enkele decennia uit tot de grootste autodistributeur in Europa. Ze is ook vaak in Stuttgart om met haar broer over de zaken te overleggen. In 1971 nemen Louise Piëch en Ferry Porsche het verstrekkende besluit dat alle familieleden hun operationele functies in het groeiende bedrijf neerleggen, zowel in Salzburg als in Stuttgart. In de toekomst zullen alleen nog externe managers het bedrijf leiden. Louise Piëch en Ferry Porsche stappen over naar de raden van toezicht. Broer en zus hebben hun hele leven een sterke band, ook als betrouwbare zakenpartners.

“Ik zou zeggen dat zij misschien de resolutere van de twee was, terwijl mijn oom meer naar harmonie streefde”, denkt Ernst Piëch, “maar ze vulden elkaar goed aan.” Als een van de succesvolste ondernemers van Oostenrijk blijft Louise Piëch de grande dame in Salzburg en een zeer gewaardeerd lid van de samenleving.

Een levenslange band:

Een levenslange band:

Ferry Porsche en Louise Piëch in 1994.

De Turbo ‘Nr. 1’ voor haar 70e verjaardag is zeker niet haar laatste Porsche. Ook als 90-jarige neemt ze nog graag plaats achter het stuur van de sportwagen die er zonder haar waarschijnlijk nooit zou zijn geweest. “Tot op hoge leeftijd reed ze het liefste in de ‘Elfer’”, zegt Ernst Piëch, “maar ook dan kende ze haar grenzen.”

Louise Piëch overlijdt op 10 februari 1999, bijna een jaar na haar jongere broer Ferry. Volgens de familietraditie wordt ze ook in de huiskapel op het landgoed bijgezet. Met haar 94 jaar heeft Louise Piëch bijna een hele eeuw geleefd. Door de tijden heen heeft ze haar stempel gedrukt op het reilen en zeilen van het familiebedrijf. “Haar succesverhaal”, zegt Hans Michel Piëch, “was voor ons kinderen altijd een voorbeeld.”