Hoeders van het vuur

Wat gaat er schuil achter de mythe van het merk Porsche? Wat beweegt de mensen die het ook na 75 jaar jong en up-to-date houden? En hoe ontstaat de emotionele, vaak levenslange band met de sportwagens uit Zuffenhausen? Een zeer persoonlijke liefdesverklaring aan Porsche en de wereldwijde community.

   

“Deze wagens bouwen bruggen – en je weet nooit waarheen ze je brengen.”

We zijn allemaal via totaal verschillende wegen bij de Porsche-community uitgekomen. Bij velen van ons kun je die weg direct naar een bepaald model herleiden. Of misschien naar een bepaalde belevenis die verband houdt met een sportwagen. In mijn geval waren het automagazines.

Tien jaar voordat ik zelf achter het stuur mocht kruipen, ontvlamde een gekregen abonnement op het blad Car Craft mijn passie voor Amerikaanse muscle-cars. Kort daarna ontdekte ik door het Car and Driver-magazine ook auto’s die bochten konden nemen en konden remmen. De snelle Duitse toer- en sportwagens maakten pas echt indruk op me. Het was elke keer weer een fantastisch moment als er een nieuw magazine in de brievenbus lag, want dat betekende uren plezier. En verhalen die je nergens zo tegenkwam. Maar de redacteuren, auteurs en fotografen creëerden in die tijd iets wat nog veel waardevoller was: een gevoel dat je bij mensen en plekken hoorde die totaal verschilden van mijn ouderlijk huis in El Cerrito, een rustige buitenwijk van San Francisco.

In die tijd vermoedde ik niet dat sportwagens uit Stuttgart-Zuffenhausen mijn leven voor altijd zouden veranderen, zowel persoonlijk als beroepsmatig. Door de Porsche 914 van mijn oudere broer raakte ik uiteindelijk in de ban van het merk. Toen de sportwagen kapot was en mijn broer hem niet meer wilde hebben, gaven mijn ouders hem aan mij, maar wel onder de voorwaarde dat ik zelf de reparaties, de verzekering en de brandstof zou betalen.

De sportwagen was een goede leermeester. Met zijn 80 pk leerde hij me dat het erop aankomt dat je goed moet sturen en het tempo erin moet houden. Bovendien bracht hij me in contact met de community die me als tiener hielp om de sportwagen draaiende te houden. De eerste die ik ontmoette, was Jim Breazeale van de European Auto Salvage Yard (EASY), aan aanbieder van gebruikte en nieuwe Porsche-onderdelen. Bij EASY werden geen vaste prijzen gehanteerd. Als je vaste klant was, maakte Jim vaak een wegwuifend gebaar. Maar als hij wel een prijs noemde, dacht je aan al die keren dat hij geen geld had gevraagd. De boodschap: langetermijndenken!

Enerzijds was de 914 zo ongecompliceerd dat ik hem zelf kon repareren. Anderzijds was zijn techniek echt geavanceerd – en techniek is mensenwerk. Dat leidde ertoe dat ik graag meer wilde weten over de andere kant van de Porsche-community, namelijk over de mensen die de sportwagen ontwierpen, ontwikkelden en bouwden. Wederom boden de tijdschriften uitkomst. Net als evenementen.

Bij wijze van uitzondering:

Bij wijze van uitzondering:

Stouts 914 heeft inmiddels meer dan 425.000 kilometer op de teller en is nog altijd regelmatig onderweg op de wegen in de San Francisco Bay Area.

Een 914-event in 1992 ergens halverwege de Californische kust: een zilverkleurige 914/6 met een in de fabriek gemonteerd extra breed spatbord straalde net iets meer dan de andere. 
Al snel werd me verteld dat de eigenaar er een 3,6-liter zescilinder boxermotor in liet bouwen – toen een novum bij een 914. Niet lang daarna, toen ik ging studeren, moest ik mijn sportwagen en de community aan de East Bay achterlaten. Voorlopig. Want in mijn tweede studiejaar had een gastdocent het over dromen, wat me op een wonderlijk idee bracht: “Waarom ga ik niet over auto’s schrijven?” Mijn eerste onderwerp voor een artikel dat in 1995 in het mei-nummer van het Porsche-magazine Excellence verscheen: een zekere 914/6 met een 3,6-liter-motor.

Ongeveer een jaar later kreeg ik een telefoontje van Sports Car International. Ze hadden een stageplek voor de zomer. Dat bleek een geweldige ervaring te zijn, die me bovendien een fulltimefunctie opleverde bij een gelieerd magazine – bij Excellence, waar een jaar eerder mijn eerste artikel was verschenen.

Dat was het begin van een opmerkelijke reis door de wereld van Porsche. Het was geweldig om tijdens presentaties van nieuwe sportwagens vele persoonlijkheden te ontmoeten, over wie ik al had gelezen – en van wie ik nog nooit had gehoord. Om van de allerbesten aanwijzingen te krijgen, terwijl ik achter het stuur zat. Om met meer dan 280 km/h de slingerende achterkant van een 911 Turbo behoedzaam onder controle te krijgen. Om een persevenement voor de Carrera GT te bezoeken op een voormalige Oost-Duitse vliegbasis, gevolgd door een week met een Carrera GT in Californië. Om een prototype van de 918 Spyder op het natte circuit van de Porsche-fabriek in Leipzig te testen, en later ook het seriemodel met topsnelheden op het Circuit Ricardo Tormo ten westen van Valencia in Spanje. Om twee Pikes Peak-winnaars te ondersteunen samen met uiterst solide teams bestaande uit oude bekenden. Elk gesprek, elke rit bracht me weer een stapje verder op mijn reis.

‘Elfer’ voor dagelijks gebruik:

‘Elfer’ voor dagelijks gebruik:

Sinds 2018 bezit Pete Stout een 911 Carrera (991) in Brewsergreen. Stout was er zelf bij toen de wagen in Stuttgart-Zuffenhausen van de band rolde. Inmiddels heeft hij circa 83.000 kilometer met de ‘Elfer’ afgelegd.

Ik vind het moeilijk om op persoonlijk vlak een absoluut hoogtepunt te noemen uit de afgelopen 25 jaar. Maar misschien was het wel de race in mijn oude 914 op het compleet verregende circuit in Sears Point, mijn ‘thuiscircuit’ in Californië, naast Richard Attwood in een 917 ter ere van het 50e jubileum van beide modellen. Daarna ging ik zelf achter het stuur van de twaalfcilinder-racewagen zitten – een onvergetelijke ervaring dankzij het team van het Porsche Museum en Porsche Cars North America.

Wat ik over Porsche-sportwagens en de community heb geleerd, is het volgende: deze wagens bouwen bruggen – en je weet nooit waarheen ze je brengen. Denk aan de overleden Cris Huergas, ook een vaste waarde bij EASY. Hij en al zijn broers reden 911 Hot Rods, wat voor David Colman een aanleiding was om een artikel voor Excellence te schrijven. Ik maakte een paar niet zo denderende foto’s, en het uiteindelijke artikel leidde ertoe dat auto-ontwerper Freeman Thomas contact opnam met Cris. De R groep was geboren. Tot de ereleden behoorden onder andere acteur Steve McQueen en coureur Milt Minter.

Als je er maar lang genoeg bij blijft, krijg je door dat alles op een of andere manier met elkaar samenhangt. Daaraan denk ik als ik met mijn oude vriend Alex Palevsky samenwerk. Na de universiteit werkten we twee jaar lang samen. Het duurde niet lang voordat we erachter kwamen dat we in onze kindertijd iets gemeen hadden – autotijdschriften. In 2016 besloten we iets geks te doen: met een klein team richtten we een onafhankelijk gedrukt magazine op dat tegen de stroom van de almaar dunner wordende tijdschriften inging. Het resultaat met de titel 000 kun je misschien het beste omschrijven als een gepassioneerde kunsttitel die over Porsche ging.

Het is zeker paradoxaal om vanuit het perspectief van een tijdschriftenredacteur over een community te schrijven, want magazines ontstaan zoals ze ook worden gelezen: alleen. Ergens vermoed ik echter dat dat zelfs mijn band met velen sterker maakt, die net als ik misschien niet altijd de tijd of de mogelijkheden hebben om naar auto-evenementen te reizen. Maar als we dat wel doen, dan is dat als een weerzien met oude vrienden. Onder de community-evenementen zijn er maar weinig die groter, diverser of succesvoller zijn dan de Rennsport Reunion. Al bij de eerste keer, in 2011 in Laguna Seca, kreeg de bijeenkomst van racewagens, coureurs en fans een nieuwe dimensie. Hier kwamen tal van persoonlijkheden, die ik in de afgelopen jaren in Duitsland had leren kennen, in Californië samen. De sfeer in het rennerskwartier – waar roem en ‘familie’ samenkomen – was absoluut elektriserend.

En de ‘familie’ groeit. Ik denk daarbij aan onze elfjarige dochter en haar weg. Ze houdt van auto’s, en dat ligt in haar geval echt aan haar aard, niet aan de opvoeding. Als er nummers van Car and Driver, Porsche Panorama of Christophorus op de mat vallen, verdwijnt ze ermee naar haar kamer – wat waarschijnlijk betekent dat bepaalde ervaringen nooit aan aantrekkelijkheid inboeten. Er was niet veel voor nodig om haar over te halen om samen met mij in een Porsche naar de 100e Pikes Peak International Hill Climb te gaan, waar ze een compleet nieuwe en solidaire community leerde kennen. Hetzelfde gold voor de Rennsport Reunion VI, waar Donna Dreher haar liet meerijden in een 356 Speedster, waarin Donna’s vader in zijn tijd had gereden. Sindsdien schrijven ze elkaar.

Dat zijn de bruggen die ertoe doen. Want soms betrap ik mezelf erop dat ik me zelfs na 25 jaar nog afvraag hoe en of ik er wel thuishoor. 

Maar dan realiseer ik me: in deze community speelt dat helemaal geen rol. Dat is een van de redenen waarom de sportwagens uit Stuttgart me zo enorm aanspreken. Want ooit waren ze zelf ‘underdogs’, gemaakt door mensen die stug bleven vasthouden aan sportwagens met een motor achterin, terwijl alle anderen een andere weg insloegen.

Daarin ligt ook een boodschap voor ons allemaal: als je maar genoeg doorzettingsvermogen hebt, kan een onaangepast concept daadwerkelijk uitgroeien tot iets iconisch – modern en tijdloos tegelijkertijd. Zo blijf ik een kroniekschrijver. Een student. En hopelijk ook een hoeder van het vuur.

Pete Stout

De mede-oprichter en hoofdredacteur van het magazine 000 houdt zich al 25 jaar op in de wereld van Porsche. In de loop van zijn carrière was Pete Stout ook werkzaam als hoofdredacteur van Excellence en Porsche Panorama. Met 000 Magazine, dat sinds 2016 vier keer per jaar verschijnt, vervulde de 49-jarige Amerikaan samen met zijn redactieteam een droom – en dook hij steeds dieper in de wereld van de mondiale Porsche-community.

Pete Stout
Pete Stout

Verbruiksgegevens

911 Turbo

WLTP*
  • 12.3 – 12.0 l/100 km
  • 279 – 271 g/km
  • G Class

911 Turbo

Verbruiksgegevens
brandstofverbruik gecombineerd (WLTP) 12.3 – 12.0 l/100 km
CO₂-uitstoot gecombineerd (WLTP) 279 – 271 g/km
CO₂ class G