“Dat Christophorus-gevoel bestaat echt”

Voor de vierhonderdste editie hebben we een ontmoeting met een van de grootste fans van Christophorus: dr. Wolfgang Porsche. Het tijdschrift is voor de 78-jarige zo ongeveer zijn lijfblad, en dat al bijna zijn hele leven. In de zogeheten Porsche-kamer in Zell am See beheert hij een complete collectie van het tijdschrift – van 1952 tot heden.

   

Meneer Porsche, waar komt uw passie voor Christophorus eigenlijk vandaan?

Ik voel mij persoonlijk verbonden met Christophorus. Het tijdschrift bestaat al zolang als ik mij kan herinneren. En nog steeds ben ik elke keer weer nieuwsgierig naar wat het nieuwe nummer brengt. Het is voor mij een steeds terugkerend genoegen het grondig door te lezen. Het blad is een vaste waarde voor Porsche – en voor Wolfgang Porsche (lacht). De naam van het tijdschrift verwijst naar de beschermheilige van de reiziger. En in zekere zin is hij dat ook van ons merk.

Hoe belangrijk is het blad voor de beeldvorming van de onderneming?

We spreken graag van de Porsche-familie, en daarmee bedoelen we dan de vrienden die het merk over de hele wereld heeft, de klanten en partners net zo goed als de werknemers. Je kunt zeggen dat Christophorus bij uitstek het medium is van deze mondiale familie – allemaal mensen die met elkaar een passie delen. Met zijn bijna zeventigjarige geschiedenis is het een van de oudste bedrijfsbladen ter wereld en geeft het een uniek tijdsbeeld.

Familie

Familie

The picture from Christophorus number ten shows brothers Ferdinand Alexander (standing), Hans-Peter, Gerd, and Wolfgang Porsche (from left) in 1954.

Wat is volgens u de belangrijkste functie van Christophorus?

Het belangrijkste is dat het het enthousiasme voor het merk weet over te brengen. Van dat enthousiasme is elk van onze producten doordrongen en het blad draagt dat verder uit binnen de grote Porsche-community.

Is de betekenis ervan veranderd ten opzichte van de beginjaren?

Tegenwoordig communiceren we via allerlei kanalen en maken we gebruik van de diverse mogelijkheden van de nieuwe media. Daar is op zich niets mis mee. Maar Christophorus is voor mij te midden van al deze geluiden nog altijd de zuiverste stem van het merk. Niet in de laatste plaats omdat met elke nieuwe uitgave de geschiedenis van ons huis wordt bijgehouden – en dat nu al voor de vierhonderdste keer.

“Christophorus is de zuiverste stem van het merk.” Dr. Wolfgang Porsche

Een van de wezenlijke kenmerken van Porsche is continuïteit. Speelt Christophorus daarin nog een rol?

Het bijzondere is voor mij altijd geweest dat Porsche zowel continuïteit als innovatie in zich heeft. Denk alleen al aan de icoon van het merk, de 911. Die is nu al bijna zestig jaar in productie en markeert met elke nieuwe generatie steeds weer de top van de technologische ontwikkeling. Of neem de Taycan, waarmee we het tijdperk van de elektromobiliteit zijn ingegaan – een technologie waar mijn grootvader zich ruim honderdtwintig jaar geleden al mee bezighield. Christophorus staat ook in deze traditie en blijft ondanks alle verandering steeds trouw aan zichzelf.

Thuis

Thuis

Dr. Wolfgang Porsche at his home in Zell am See, Austria.

Gedrukte tijdschriften kunnen blijvende waarden overbrengen, net als een Porsche. Is er een speciaal Christophorus-gevoel dat bij u opkomt als u een nieuw nummer in handen krijgt?

Mooi dat u dat vraagt! Want dat gevoel bestaat echt. Als ik zoals daarnet de omslag bekijk van de meest recente nummers, valt op hoe fraai het blad is uitgevoerd. Als je met je hand erover glijdt, voel je gewoon de lak. Drukwerk is premium, prikkelt alle zintuigen. Daarom moet Christophorus altijd fraai van uitvoering zijn – inhoudelijk en productietechnisch. Het is een blad om vast te pakken, waar je doorheen kunt bladeren en dat je kunt bewaren. Dat zijn authentieke ervaringen die we niet moeten onderschatten in dit digitale tijdperk. Allemaal brengen we steeds meer tijd door voor het beeldscherm. En daardoor krijgen zulke analoge momenten en indrukken een bijzondere kwaliteit. Christophorus is een bijzonder tijdschrift dat we steeds verder ontwikkelen, net als het merk zelf.

Zijn er in Christophorus onderwerpen die uw speciale interesse hebben?

Het gaat hier niet primair om wat mij nu precies interesseert. Ik probeer deze vraag te bezien vanuit het perspectief van onze lezers. Het is zeker belangrijk dat we hen een diepe inkijk gunnen in de onderneming, op een manier zoals niemand anders dat kan, bijvoorbeeld over ons ontwikkelingscentrum in Weissach. Verder is denk ik een belangrijke rol weggelegd voor de Porsche-familie zoals ik die daarstraks omschreef, dus van de mensen binnen en buiten de onderneming. Dat kunnen ingenieurs zijn, maar evengoed willekeurige klanten, een succesvol ondernemer, kunstenaar of acteur. Man of vrouw, dat maakt me natuurlijk niet uit. Het internationale aspect speelt ook een grote rol. Porsche-fans vind je immers op alle continenten.

U behoort tot de weinigen die een complete verzameling bezitten van alle vierhonderd nummers die zijn verschenen. Waarmee is deze passie voor verzamelen begonnen?

Dat is een gelukkig toeval geweest. De eigenares van drukkerij Bechtle in Esslingen, waar in de vroege jaren Christophorus voor ons werd gedrukt, belde me een keer op. Ze vroeg of ik interesse had in twee kisten vol bladen die bij haar in de kelder stonden. Zelf wist ze niet wat ze ermee aan moest, maar het leek haar dat ze mij er wel een plezier mee kon doen. Dat klopte, want dit verrassende gebaar was voor mij aanleiding een eigen Christophorus-collectie aan te leggen. In de kisten lagen daadwerkelijk de eerste jaargangen, zij het niet compleet. Van de eerste tien nummers ontbraken er bijvoorbeeld drie.

“Vaak komen bij die verhalen in Christophorus persoonlijke herinneringen in me op.”

Was het moeilijk de ontbrekende nummers op te sporen?

Het werd in elk geval een langdurige speurtocht. Maar ik wilde van geen wijken weten, ik moest en zou alle uitgaven compleet hebben. Mijn eerzucht was gewekt en het is verbazend wat je tegenwoordig allemaal via internet kunt vinden. Zo kon ik langzaam maar zeker alle lacunes opvullen. De duurste aankoop was overigens het allereerste nummer – niet echt verwonderlijk natuurlijk. Verzamelaars zijn daar enorm op gespitst.

Hoe en waar bewaart u uw collectie?

Ik heb de afleveringen per jaargang laten inbinden. Dat is de beste methode om nooit meer een nummer kwijt te raken. Het zijn zo’n zeventig delen die in mijn privémuseum staan, bij mij thuis in Zell am See. Dat museum is ondergebracht in een voormalige koeienstal. Waar vroeger de melkbussen stonden, daar heb ik mijn Porsche-kamer ingericht. Daar bewaar ik behalve de Christophorus nog meer dingen waar herinneringen aan verbonden zijn. Een schoonheidsfoutje binnen de collectie is alleen dat het formaat van het blad tussentijds herhaaldelijk is gewijzigd. Voor mij bederft dat een beetje het beeld van consistentie.

Feestelijkheden

Feestelijkheden

In the twentieth issue from 1956, thirteen-year-old Wolfgang Porsche can be seen between grandmother Aloisia and father Ferry.

Bladert u wel eens wat door oude nummers, en stuit u dan op interessante verhalen of komen er dan herinneringen bij u op?

Ja, wanneer ik een nieuwe jaargang toevoeg aan mijn collectie neem ik de tijd om enkele oude uitgaven door te nemen. Heel vaak komen bij die verhalen dan persoonlijke herinneringen in me op, aan bepaalde gebeurtenissen, plaatsen of ontmoetingen. Over bijna zeven decennia genomen is dat bij elkaar aardig wat.

We hebben uit de beginjaren van het tijdschrift een paar foto’s gevonden waar u op staat. Welke herinneringen associeert u daarmee?

Bij twee van deze foto’s krijg ik het gevoel alsof ze gisteren zijn genomen. De foto van mij en mijn broers, met ons vieren in de Porsche 550 Spyder is me vooral bijgebleven, omdat mijn broer Gerd, op de foto links achter mij, zo dicht tegen me aan drukte dat ik naar adem snakte. Maar daardoor kon wel deze mooie foto worden genomen. En een mooie auto is de 550 Spyder sowieso. 

De feestelijkheden rond de tienduizendste Porsche in de lente van 1956 kan ik me ook nog goed voor de geest halen. Ik ben duidelijk te herkennen, achterin zittend tussen mijn grootmoeder en mijn vader. Hij had me de avond ervoor gevraagd of ik deze auto van de band wilde rijden. Een hele eer, maar het gevolg was wel dat ik de hele nacht van pure opwinding geen oog dichtdeed. Ik was bang dat ik de eerste versnelling niet zou vinden of van achter het stuur gewoon te weinig zicht zou hebben. Gelukkig is het toch allemaal goed gegaan. Autorijden kon ik immers al, dat had ik bij ons thuis genoeg geoefend. En dat wist mijn vader natuurlijk ook.

Mooie herinneringen. Wat wenst u Christophorus voor de toekomst toe?

Ik wens het blad voor de toekomst van harte alle succes toe. Als hét exclusieve tijdschrift van onze onderneming, voor de vrienden van het merk en alle klanten wereldwijd. Wij zijn dankbaar voor hun getrouwheid in de afgelopen decennia – en daar mogen er natuurlijk best nog een paar bijkomen (lacht). Tegelijk is het voor mij altijd een punt van belang dat wij als onderneming met onze voeten op de grond blijven. En ik heb alle reden erop te vertrouwen dat we op de goede weg zijn.

Thomas Ammann
Thomas Ammann