Großglockner
Première met vier originelen: vader en zoon Porsche maken voor het eerst in twee historische Porsches 550 Spyder een gezamenlijke rit over de panoramaweg Großglockner Hochalpenstraße. Al generaties lang heeft de familie een band met deze berg. Een verfrissende uitwisseling van ervaringen in de kraakheldere ochtenddauw.
Wat een panorama: op 2571 meter hoogte ligt de Edelweißspitze. De bergtop biedt een grandioos uitzicht op de Großglockner, de hoogste berg van Oostenrijk. Je blik dwaalt over een ogenschijnlijk onberoerd Alpenlandschap aan de voet van de berg. Een landschap als een schilderij dat al eeuwen grote indruk maakt.
Het is zeven uur in de ochtend. De lucht is hierboven nog koel, maar de opkomende nazomerzon hult de hoogste toppen van de bergketen van de Glockner al in een warme gloed. Onder de Edelweißspitze kronkelt een van de spectaculairste routes van Europa omhoog de berg op: de Großglockner Hochalpenstraße.
“Mijn grootvader Ferdinand voerde hier al testritten uit.” Dr. Wolfgang Porsche
Nog helemaal in de verte dansen twee lichte puntjes elegant en vlot door de krommingen in de weg. Als ze naderbij komen, schalt de echo van de motoren door het dal omhoog, even onmiskenbaar als het silhouet dat zich in het ochtendlicht steeds duidelijker aftekent. Wat daar aankomt, zijn twee Porsches 550 Spyder. Twee zeldzame exemplaren van de eerste racesportwagen van Porsche waarmee het merk in de jaren vijftig autosportgeschiedenis schreef. Puur rijplezier op een verlaten weg. Zowel de bestuurders als de wagens zijn duidelijk in hun element op deze veeleisende bergroute. Het is voor hen vertrouwd terrein.
Een tussenstop voor het restaurant Am Fuschertörl, we zitten nu op 2407 meter hoogte. De rijders doen hun wollen mutsen af die hen moesten beschermen tegen de ijzige rijwind. En dan is het of we aanwezig zijn bij een grote première, want aan het stuur van deze twee Porsches zaten nog twee Porsches: Wolfgang en Ferdinand Porsche, vader en zoon. Nooit eerder waren ze gezamenlijk met allebei een 550 onderweg op de Großglockner Hochalpenstraße, hoewel dit asfaltlint het thuiscircuit van de familie is. “Mijn grootvader Ferdinand voerde hier op de berg al testritten uit, net als mijn vader Ferry later weer zou doen”, zegt dr. Wolfgang Porsche tijdens het ontbijt op het terras van het restaurant. “Bij een van deze gelegenheden ontdekte mijn vader het Schüttgut.” De bergboerderij 35 kilometer verderop in Zell am See staat al tientallen jaren symbool voor de nauwe verbondenheid van de familie met de regio ten zuiden van Salzburg. Tegenwoordig is Wolfgang Porsche de hoofdbewoner van het Schüttgut.
Van het duet van de twee historische racewagens door haarspeldbochten met namen als Piffalpe en Hexenküche hebben vader en zoon allebei genoten. “Dit is pas de tweede keer dat ik met een 550 Spyder rijd”, vertelt Ferdi Porsche. (“Noem me alsjeblieft Ferdi, geen Ferdinand”, maakt hij meteen duidelijk.) “Zelfs vijftig kilometer per uur lijkt al snel, je zit zo ongeveer buiten.” Hij heeft het koud gehad, geeft hij toe. “Maar daardoor beleef je het des te intenser.” En dat geldt ook voor de spartaanse uitvoering van deze compromisloze racewagen, met zijn dunne kuipstoeltjes en lage voorruit die nauwelijks beschermt tegen de rijwind. Resultaat van al deze besparingen is een vedergewicht van net zeshonderd kilogram. De 110 pk uit een 1,5-liter boxer waren medio jaren vijftig goed voor superieure prestaties. De naar zijn constructeur vernoemde Fuhrmann-motor was de eerste speciaal voor de racerij geconstrueerde motor van Porsche. De zilverkleurige Spyder waar Ferdi Porsche vandaag mee rijdt, is oorspronkelijk ingezet voor clubraces in de VS, waarna de wagen naar Oostenrijk kwam en door zijn vader Wolfgang werd aangeschaft voor de eigen collectie.
“Het enthousiasme voor auto’s leeft in mijn generatie voort.” Ferdinand Porsche
Vader en zoon delen hun liefde voor auto’s. Een hartstocht die in de familie Porsche overgaat van generatie op generatie – en dat zal niemand verrassen. “Al sinds grootvaders tijd draait bij ons alles om de auto,” vertelt Wolfgang Porsche, “daar is niets aan veranderd.” Zelf deed hij als kind al ervaring op achter het stuur. Hij was net twaalf toen hij in 1956 in Zuffenhausen de 10.000e Porsche uit de fabriekshal mocht rijden. “De nacht ervoor sliep ik slecht”, herinnert hij zich op zijn 77e nu grijnzend.
Voor de hartstocht voor sportwagens is de weg over de Großglockner een ideale uitlaatklep – en dus rijdt de voorzitter van de Raad van Commissarissen van Porsche Automobil Holding SE en Porsche AG hier zo vaak als hij kan naar de top. En elke keer maakt hij ter herinnering dan op een heel speciale plek een foto. De auto’s mogen wisselen, de achtergrond blijft steeds dezelfde. Zo ontstond een indrukwekkende fotogalerij met zeldzame klassieke Porsches voor de majestueuze top van de Großglockner.
Ook de witte 550 Spyder waar Wolfgang Porsche vandaag mee rijdt, maakte al vaker deel uit van dit fotoproject. En dat exemplaar heeft een indrukwekkend verleden. Ooit was het de privéwagen van Ferry Porsche en later stond het toenmalige hoofd van de raceafdeling van Porsche, Huschke von Hanstein, ermee aan de start van diverse races – waaronder de spectaculaire ijsraces in Zell am See. Ook deze traditie van het huis wordt weer voortgezet, want sinds 2019 organiseert zoon Ferdi samen met Vinzenz Greger een nieuwe editie daarvan. Vader Wolfgang was in 2019 bij de première van de GP Ice Race met precies deze zelfde witte wagen op het ijscircuit verschenen.
Het enthousiasme van de overwegend jonge toeschouwers die naar de GP Ice Race stroomden, was voor Ferdi een teken dat “het enthousiasme voor auto’s ook in mijn generatie nog voortleeft.” Daarom doet het hem ook zoveel deugd dat Porsche zich “met de Taycan in de voorhoede van de technologische ontwikkeling van E-mobiliteit” heeft genesteld. Dat hij de naam draagt van een overgrootvader die al aan het einde van de 19e eeuw elektrische voertuigen ontwierp en met de Lohner-Porsche uit 1900 voor het eerst naam maakte, is weer een van die fascinerende familieverhalen. Voor de 27-jarige, die onlangs in Wenen zijn studie architectuur heeft afgerond, speelt het denken over milieubehoud een belangrijke rol. “Als architect dien je ook altijd behoedzaam om te gaan met de natuur.”
Leven in harmonie met de natuur is voor vader Wolfgang ook iets heel belangrijks. “Als nevenfunctie werk ik in de landbouw”, vertelt hij met een steelse glimlach. “Met een grote bergweide en zo’n tweehonderd Pinzgauer runderen, een speciaal voor de steile hellingen gefokt licht ras,” legt hij uit, “want dieren die te zwaar zijn, trappen de weide stuk.” Daarnaast wordt er op het Schüttgut nog fruit verbouwd, maakt men er honing en nog zo het een en ander. “We bakken ons eigen brood en verwerken ons eigen vlees”, vertelt de enthousiaste jager met enige trots. “We zijn bijna volledig zelfvoorzienend.” Alleen kippen houden ze er zelf niet meer. “Maar dat komt ook wel weer”, zegt Ferdi ontspannen. Weliswaar deelt hij de passie van zijn vader voor de jacht niet – “nog niet”, zoals die tegenwerpt – maar als inwoner van een grote stad ziet hij steeds meer de voordelen van het leven op het land. Zijn geboortestreek maakt het hem ook wel gemakkelijk: “Waar anders vind je dit? ’s Zomers zwemmen wij hier in het meer en ’s winters kunnen we direct voor de deur skiën”, zegt Ferdi dwepend over Zell am See. Familietradities en waarden die generaties lang gelden, leven voort. De vader: “Wij blijven met beide benen op de grond. Ik heb het altijd belangrijk gevonden dat aan mijn kinderen door te geven.” Is dat gelukt? “Ja, wij zijn normaal opgevoed”, bevestigt Ferdi. “Hooguit met iets meer zin in snelheid.”
Zelfs bij goed weer is een uitstapje over de Alpenroute van de Großglockner niet alleen indrukwekkend, maar ook veeleisend, vooral met een 550 Spyder. Voordat Wolfgang Porsche die ochtend via de slingerweg terug naar het dal rijdt, heeft hij nog een verzoekje aan fotograaf Stefan Bogner: of ze misschien nog even naar die ene plek kunnen rijden om daar de onvermijdelijke herinneringsfoto te maken. Daar wordt maar al te graag op ingegaan. En zo ontstaat een uniek beeld: viermaal Porsche – en allemaal origineel.
SideKICK: 48 kilometers, 36 haarspeldbochten
De Großglockner Hochalpenstraße werd in 1935 voor het verkeer opengesteld. Na het slot Schönbrunn in Wenen is dit de meest bezochte toeristische trekpleister van Oostenrijk. Deze tolweg, geëxploiteerd door een particuliere maatschappij, is in de regel open van mei tot oktober en gaat soms wat eerder dicht, maar blijft vaak ook open tot in november. De exploitant spreekt trots van “een unieke bergbelevenis” midden in het Nationaal Park Hohe Tauern.
Exposities en musea, hutten en herbergen laten net als de diverse bezoekerscentra zien hoe veelzijdig het in de bergen is. De wandelroutes zijn voorzien van wegwijzers, en kamperen en overnachten is mogelijk op speciaal daarvoor aangewezen plekken. Meer informatie is te vinden op: grossglockner.at